Bovenste rij v.l.n.r: Frans Bierman, Frank van Ommeren, Kees Immerzeel, Nol den Elzen, Herman van der Burg, Jan Heemskerk, Frits Warmerdam, Louis de Jong, Patrick van Schie, Ton van den Burg, Hans van der Linden.
Middelste rij v.l.n.r: Ted de Klerk, Gerard van den Burg, Ruud Hooghiemstra, Robin Hielkema, Floor Vink, Gerrit Rotteveel, Bert Volkerijk, Sjaak van den Berg, Jan Verwer, Joop Geerlings.
Onderste rij v.l.n.r: Jacques van Diemen, Martien Aartman, Dolf Hulspas, Jan Lut, Rolf Troost, Richard Vink.
Niet op de foto: Arjan Houwaart, Paul Hekking, Jacco Aartman, Jan Beugelsdijk, Jan-Willem Lut, Siem Nulkes, Kees Went, Jan Derksen, Marco van den Berg.
Hoe en waarom van de Senaat
(bron: De Kaninefaatenkroniek)
In de beginjaren van de vereniging vormden de oud-prinsen een informele prinsengarde. Maar in het seizoen 1973-1974 ontstond de behoefte om de oud-prinsen en met name zij die geen lid van de Kaninefaaten meer waren, meer bij de vereniging te betrekken. Wil van den Burg en Cor Noordermeer namen het initiatief om een officiële prinsengarde op te richten. Doelstelling was om de Kaninefaaten te adviseren en stimuleren, het onderling contact te bevorderen, een representatieve functie te vervullen en jaarlijks aan de optocht deel te nemen met een eigen wagen.
Het Kaninefaatenbestuur stelde in 1979 voor om de prinsengarde om te vormen tot een seniorenconvent. Daarvan zouden oud-prinsen lid kunnen worden en verdienstelijke oud-leden die geen prins waren geweest. Voorwaarde was dat ze tenminste 11 jaar lid van de vereniging waren geweest. Het convent zou als een soort ‘raad van wijze mannen’ moeten gaan werken. Maar de oud-prinsen wilden liever een gezelligheidsclub. Toen hun ideeën daarvoor op weerstand bij het bestuur stuitten besloten ze maar een sociëteit buiten de Kaninefaaten om op te richten. Dat werd de SON (Sociëteit Noordwijkerhout), die nog altijd bestaat en waar later leden bij zijn gekomen die niets met de Kaninefaaten of het carnaval te maken hadden.
Natuurlijk zat dat de Kaninefaaten niet helemaal lekker. De nodige gesprekken en overlegrondes leidden uiteindelijk in 1981 tot de oprichting van de Senaat. In het huishoudelijk reglement van de vereniging werd een hoofdstuk opgenomen waarin de samenstelling en de taak van de Senaat is geregeld.
Leden van de Senaat zijn in de eerste plaats oud-prinsen. Daarnaast kunnen ook leden en oud-leden, die om een of andere reden geen prins zijn geweest, op grond van bijzondere verdiensten voor de vereniging in de Senaat worden opgenomen. Dat gebeurt dan door de ledenvergadering op voordracht of met instemming van de Senaat. Leden van de Senaat kunnen gewoon lid blijven van de vereniging.
Tot nu toe maken twee niet-oud-prinsen deel uit van de Senaat t.w. Harry Overkamp. Hij is 9 jaar secretaris van de vereniging geweest en heeft een uitstekende basis gelegd voor de archivering. Hij was tot 1993 Kanselier der Orden (beheerder van de onderscheidingen). En Dolf Hulspas, hij was 11 jaar penningmeester en 9 jaar voorzitter van de vereniging. Ook leidde Dolf een aantal commissies, t.w. de Werkgroep Oud Babyfaaten en de jubileumcommissie 4 X 11 jaar Kaninefaaten. Tevens is Dolf benoemd tot erelid van de vereniging. Zonder meer twee terechte senatoren.
Als een prins is afgetreden, wordt hij officieel als senator geïnstalleerd. Vele jaren gebeurde dat tijdens het Prinsenbal, in de periode tussen Elf-Elf en de carnavalsdagen. Dat ging gepaard met een stuntje. Sinds het Prinsenbal (later Prinsenmatinee) in 1998 als voorbal is geschrapt, wordt de oud-prins op Elf-Elf in de Senaat opgenomen. Aanvankelijk moest de oud-prins een soort proeve van bekwaamheid afleggen om te worden toegelaten. Later werd dat overbodig gevonden, maar kreeg de nieuwe senator de opdracht zich tijdens het Tonneprossen te presenteren.
De taken van de Senaat zijn: het representeren van de vereniging en hand- en spandiensten verlenen, voordragen van personen die voor een onderscheiding in aanmerking komen en meewerken aan de werving van nieuwe verenigingsleden. Daarnaast heeft de Senaat een tijd lang het Prinsenbal georganiseerd en organiseert nog altijd het Tonneprossen.
Senatoren zijn herkenbaar aan hun blauwe cap en blauwe vlinderstrik. Zij dragen de verenigingsonderscheiding. Oud-prinsen dragen bovendien hun prinsenonderscheiding.